Gisteravond,
na een sobere maaltijd op de camping en even om de vuurpot gezeten te hebben,
aangestoken door de overbuurman rollen wij om 21.30 uur hotel mini Hilton
binnen.
Geen e-reader
komt er meer uit het tasje, totaal gesloopt en uitgewoond gaan we onmiddellijk,
de Petzl’s uit (hoofdlampjes) knorren.
De regen
gaat wel rustig zijn gangetje de hele nacht door horen we gespetter op het dak
van mini Hilton maar dat mag de pret niet drukken.
Om zeven
uur slenter ik richting douche met nog lichtelijk verzuurde benen.
Maar het
idee dat er vandaag min of meer een rustdag volgt stemt mij in ieder geval
monter en blij.
Het thee
water pruttelt en rond 8.00 uur gaan we aan een “stevig ontbijt”.
Een half
uur later ruimen we de zeiknatte tent (mini Hilton)op, dat is een kwartier werk
en dan gaan we richting de bewoonde wereld: North Conway.
We zijn
nog wat aan de vroege kant en besluiten bij D&D donuts even neer te
strijken. We beginnen ons al heerlijk Amerikanen te voelen met een mega grote
koffie en een Muffin, ook van de afmetingen kingsize, zitten we te brainstormen
welke Outlet er aan de beurt is.
Ze zijn
echt niet te tellen hier en dat komt mede omdat New Hampshire geen tax heft op
kleding en schoenen.
Dat
betekent dat als de Outlet zaken om negen uur open gaan, de parkeerplaatsen
gelijk nokje vol lopen dus je moet er snel erbij zijn.
We proppen
met zijn tweeën de muffin naar binnen en de mega koffie is pas voor de helft op
en weg zijn we met muffin twee in een doggybag gaat het richting Settlers Green
Outlet Village.
Precies op
tijd kunnen we nog een plaatje bemachtigen voor Adidas en Levi’s.
Na anderhalf
uur gaat Renée nog enkele andere zaken bekijken en ik stel voor om de tent, die
nog zeiknat is, te laten drogen op de grasstroken van de Outlet of op de achterklep
van de auto.
Dan gaan
we op weg naar de Kancamagus hwy. Aan het eind van deze weg moeten we een
beslissing nemen: naar het noorden of zuidwesten richting Hanover de plaats
waar ik in 1999 een trainingskamp had met de Olympische roei-equipe op
Dartmouth college. Ik ben daar ruim drie weken geweest, vandaar ook de liefde
voor New Hampshire denk ik.
We stoppen
in Lincoln bij Mc Donalds om te kijken of we via internet een motel of hotel
kunnen bemachtigen voor niet al te gekke prijs.
Het motel
dat we vinden is in Littleton, dus rijden we naar het noorden, via de hwy 93,
ook wel de Franconia hwy genoemd. Een schitterende weg aan de westkant van de
White Mountain National Forest. Het motel is een leuk en schoon optrekje voor
de komende nacht.
We vragen
aan de eigenaar van het motel of we in de buurt ergens kunnen eten. Het blijkt
dat op 5 minuten loopafstand een Smokehouse zit (grillrestaurant). We lopen er heen en de 5
minuten kloppen precies. We kunnen er onder andere “meatloaf” krijgen. Dat is
iets dat Renée alleen van de TV in Nederland kent. In dit restaurant beweren ze
dat als je het bij hen eet, je nooit meer om de “meatloaf” van je moeder vraagt
J. Omdat
we intussen weten dat de hoeveelheid van een maaltijd voor onze begrippen enorm
groot is, kiezen we voor een sandwich. Deze keer hebben we goed gegokt, want
samen met de chips die je erbij krijgt en de “pickel” ( is een deel van een
zure bom) is het voor ons ruim schoots voldoende.
Of de
meatloaf van je moeder echt lekkerder is zullen we nooit te weten komen, maar
dit smaakte prima!!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten